Binnen het Verbond van 100 wordt momenteel al volop geoefend met de nieuwe werkwijze voor de toekomstige Buurtteams Amsterdam. De praktijkervaringen vormen een belangrijke basis voor de invulling van de buurtteams en hun manier van werken.
Paul Hiel (Cordaan) en Angela Hankers (Amsta) van Buurtteam H-buurt/Amsterdamse Poort vertellen wat werken in een buurtteam voor hen betekent.
Angela: “Vanuit Amsta begeleid ik al een aantal jaren mensen met een lichtelijke verstandelijke beperking. Die expertise neem ik mee naar het buurtteam.”
Paul: “Ik werk bij Cordaan als ambulant begeleider. Al mijn cliënten zitten hier in de H-buurt. Vandaar ook dat ik hier nu zit. Ik wil partijen in de buurt met elkaar verbinden”.
Paul: “Ons doel is om zoveel mogelijk bij te dragen aan het welbevinden van de inwoners van Zuidoost. Dus waar we mogelijkheden zien, gaan we op onderzoek uit. Hier in de H-buurt zijn bijvoorbeeld relatief veel mensen zonder werk. Tegelijkertijd zijn er in deze buurt enorm veel bedrijven die werk aanbieden. Dus brengen we werkgevers in contact met buurtbewoners die op zoek zijn naar werk. Op dit moment zijn we in gesprek met Zuidoost Werkt, een partij die mensen aan het werk helpt. Het zou echt fantastisch zijn als we jongeren helpen om te gaan werken in de Arena! Je wil de hele buurt eigenlijk optillen. Dat geeft iedereen een goed gevoel.”
Angela: “Doordat je nu echt in één buurt werkt, raak je ook meer betrokken bij wat er reilt en zeilt in de buurt. En ga je ook anders denken. Er zijn veel informele partijen in de directe omgeving om mee samen te werken. Er is een groepje binnen ons team dat zich specifiek daarmee bezig houdt; zij brengen in kaart welke partijen er allemaal zijn. Maar natuurlijk ook andersom: wij laten hen weten dat wij er zijn!”
Angela: “Ik voel mij heel betrokken bij de buurt. En door in één buurt te werken ben je flexibel, dat werkt heel plezierig. Eerder had je te maken met allerlei verschillende instanties waarbij je een cliënt moest aanmelden. Al die administratie, dat verdwijnt nu grotendeels. Dat gaat zo veel schelen.”
Paul: “Eén voordeur hebben. Die versnipperde zorg, dat was mij al jaren een doorn in het oog. Zo veel verschillende clubs die in één gebied opereren. Nu zit je dicht bij elkaar en de lijnen zijn kort. Je weet elkaar goed te vinden.”
Angela: “In ons team zitten bijvoorbeeld ook professionals vanuit werk en inkomen. Met hen kan ik nu een stuk sneller schakelen dan voorheen. Je bent immers collega’s, je zit in één team. Dat is toch anders.”
Angela: “Eerder hadden we wel contact met werk en inkomen, maar meer op afstand. Ik wist vaak niet precies bij wie ik moest zijn. Dan werd ik zelf soms van het kastje naar de muur gestuurd. Nu bel je je collega en gaat het allemaal zo veel sneller. Een stuk minder omslachtig, heerlijk.”
Paul: “Als ik voorheen een cliënt sprak die vooral ondersteuning nodig had bij het vinden van werk, dan zonk de moed mij in de schoenen. Dat ging vaak via vier of vijf verschillende wegen voordat ik ergens was.”
Angela: “Inderdaad. Door het snel kunnen schakelen, zie je vaak goed wat er gebeurt en wat jouw werk oplevert. Je hebt er meer zicht op. Dat geeft veel voldoening.”
Paul: “Een mooi voorbeeld: ik was laatst in de buurtkamer met iemand in gesprek die vrijwilligerswerk deed, maar eigenlijk heel graag betaald werk wil doen. Na één telefoontje was het geregeld. Nu volgt die persoon een speciaal programma om binnenkort actief aan de slag te kunnen gaan.”
Angela: “We willen heel graag zichtbaar zijn in de wijk. We nemen deel aan allerlei activiteiten die worden georganiseerd door andere, informele partijen. Er zijn genoeg ideeën waar we mee aan de slag kunnen om te kijken of dat werkt. De buurtwerkkamer bijvoorbeeld. Op donderdag, wanneer wij casuïstiek bespreken, gaan we naar de buurtwerkkamer en verzorgen vrijwilligers de lunch. Zo komen we met elkaar in contact.”
Paul: “Het begint met vertrouwen en met zichtbaarheid. Dat de buurtbewoners zien dat je iets voor hen kunt betekenen, hoe klein het ook is. Uiteindelijk is het dan aan mensen zelf om te bepalen of ze met ons in zee willen gaan. Daarvoor moet je wel eerst zelf actie ondernemen. Zo nemen we binnenkort deel aan een lokaal radioprogramma, om te vertellen over ons team en wat we doen.”
Angela: “Mensen moeten ons leren kennen. Dat kost tijd. In de fase waarin we nu zitten, denk ik dat outreachend werken heel betekenisvol zou kunnen zijn. Hoe we dat gaan doen, moeten we nog uitwerken.”
Paul: “Het was een van de eerste dingen die ik mij afvroeg toen we hier in juli 2019 begonnen: hoe laten wij mensen weten dat we hier zijn? Ik dacht meteen aan de huisartsen. Die krijgen genoeg patiënten met vragen die niet alleen maar medisch zijn. Inmiddels is er nauw contact met de huisartsen. En zijn zij blij met ons. Een vervolgstap is om met elkaar te kijken hoe we deze samenwerking verder handen en voeten gaan geven.”