Wijknetwerken > Buurtteams > Verhalen uit de praktijk > Medewerkersverhaal: Buurtteam Geuzenveld/Slotermeer

Medewerkersverhaal: Buurtteam Geuzenveld/Slotermeer

Binnen het Verbond van 100 wordt momenteel al volop geoefend met de nieuwe werkwijze voor de toekomstige Buurtteams Amsterdam. De praktijkervaringen vormen een belangrijke basis voor de invulling van de buurtteams en hun manier van werken. Eén van die teams is Buurtteam Geuzenveld/Slotermeer. Een team dat zich, nog meer dan de andere teams, bezighoudt met de werkwijze en samenstelling van de toekomstige buurtteams. Niels en Mohamed geven ons een inkijkje in wat zij samen ontwikkelen.   

Mohamed Bounnaanaa is inkomensconsulent bij de Dienst Werk, Participatie en Inkomen. Niels Gozems is werkzaam als maatschappelijk werker vanuit Stichting MEE en werkt in een Samen DOEN team.

Waarom doen jullie mee aan het Verbond van 100?

Mohamed: “Meer dan een jaar geleden werd ik benaderd. Er zat nog geen inkomensconsulent in het Verbond. Het leek mij belangrijk dat er iemand van inkomen bij zat, wij hebben daar een hele belangrijke rol.”

Niels: “Ik ben benaderd om aan een aanpak voor multiproblematiek voor de toekomstige buurtteams te werken. Daar heb ik vanuit Samen DOEN ervaring mee. Dus daar wilde ik zeker wel over meedenken.”

Waren jullie meteen enthousiast?

Niels: “In het begin twijfelde ik enigszins aan de meerwaarde. Vanuit Samen DOEN werken we namelijk ook al multidisciplinair en met vaste partijen in de buurt. Maar al snel merkte ik dat ik als hulpverlener in het Verbond veel meer vragen kwijt kan. Vooral over sociale zekerheden zoals inkomen en wonen. In ons team zit bijvoorbeeld ook een klantmanager en iemand van schuldhulpverlening. Dat zijn fijne contacten, informatie is nu veel makkelijker te verkrijgen.”

Mohamed: “Ik vond de meerwaarde meteen duidelijk. In het begin wist ik niet wat Samen DOEN precies deed, of andere hulpverleners. Dat beeld heb ik nu wel. Je hebt een veel beter overzicht. Ik kan iemand veel makkelijker begeleiden, nu ik weet bij wie ik moet zijn.”

Wat kenmerkt jullie team?

Mohamed: “Eigenlijk zou ons team een soort voorloper zijn van de andere drie verbondsteams, die later zijn begonnen. Om alvast uit te werken hoe zij gaan werken. Uiteindelijk zijn we ook zelf een verbondsteam gebleven. Maar wij zitten niet op een fysieke plek in de buurt, zoals de andere teams. We komen wel wekelijks bij elkaar. En we benaderen elkaar met specifieke vragen over een casus. Vaak kan iets dan onderling al opgelost worden.”

Niels: “Meer dan de andere teams zijn wij bezig met het ontwikkelen van de werkwijze en samenstelling van de buurtteams. En wat minder met bestaande casussen. Daarbij hebben we de opdracht om een aanpak te ontwikkelen voor complexe, meervoudige vraagstukken. Daar hoort bijvoorbeeld ook een functieomschrijving bij, een soort specialist multiproblematiek. Wat gaat diegene doen, hoe ziet die rol eruit?”

Mohamed: “Het is de bedoeling dat we ons de komende tijd meer bezig gaan houden met de inhoudelijke functies binnen een buurtteam. Wie heb je nodig, waar moet zo iemand aan voldoen?”

Welke ideeën daarover hebben jullie al besproken?

Niels: “We hebben het de laatste paar keer gehad over de rol van regisseur en specialist, zo noemen we het nu. De regisseur is degene die de Amsterdammer begeleidt. Als hij of zij vastloopt, kan de specialist meedenken. Of ook een rol nemen. De regisseur blijft echter aanspreekpunt. Maar wie is zo’n regisseur? En wie is specialist? En met welke achtergrond? Daar zijn we nog niet uit.”

Mohamed: “Wat ik belangrijk vind – ongeacht welke functie je hebt – is dat je met een brede blik kunt kijken. Niet alleen vanuit je eigen hokje, dat is te beperkt. Maar dat moet je wel kunnen.”

Wat is er tot nu toe bedacht over de werkwijze van het buurtteam?

Mohamed: “We werken aan allerlei onderwerpen waar je in een buurtteam mee te maken krijgt. Bijvoorbeeld hoe je een casus inbrengt in je team. Wat zet je op papier, hoe leg je dat voor aan de groep? Ook werken we met een maatwerkdriehoek, om tot een doorbraak in een casus te komen. Welke stappen je onderneemt, en of het nodig is om af te wijken van de gebaande paden. Dat moet je goed beargumenteren. Wat wij ontwikkelen, nemen de andere teams ook weer mee. We schaven continu aan het proces.”

Niels: “Maar we bespreken ook dingen als; wie moeten er nou aanwezig zijn op het fysieke ‘kantoor’ van het buurtteam? Wie ontvangt inwoners?”

Mohamed: “Dichtbij elkaar hoeft niet altijd fysiek aanwezig te betekenen. De bedoeling is bijvoorbeeld dat WPI straks in het buurtteam zit, of er dichtbij. Maar wat is dichtbij? Misschien kom je eens in de zoveel tijd bij elkaar. Of je betrekt de ander, bijvoorbeeld mij als inkomensconsulent, wanneer dat nodig is.”

Waar verzamelen jullie al jullie bevindingen?

Mohamed: “Net als de andere verbondsteams werken we aan het Kompas. Wij zijn er als team eigenlijk mee begonnen. Dat is gedeeld met de andere teams, omdat zij ook fysiek aanwezig zijn in hun buurt. Zij voeren het uit en verfijnen het ook.”

Niels: “In het Kompas verzamelen we wat belangrijk en wat efficiënt is. Wat werkt voor de inwoner en wat werkt voor ons? Dat is nu tot drie punten gebracht: contact met de inwoner (welkom), aansluiten en maatwerk. Ook de invulling van de verschillende functies komt in het Kompas terug.”

Mohamed: “Het Kompas is bedoeld om op terug te kunnen vallen, bijvoorbeeld als je vastloopt. Maar het zijn geen stappen die je moet volgen. We werken met mensen, de aanpak verschilt per geval. Je kunt bijvoorbeeld niet vastleggen dat je bij iedere nieuwe cliënt op huisbezoek gaat. Uit ervaring weet ik dat sommige mensen dat helemaal niet willen. Het staat dus niet vast, je moet blijven uitgaan van de Amsterdammer en jouw eigen inschatting.”