Wijknetwerken > Buurtteams > Nieuws en artikelen > Oog voor het netwerk bij toekomstige buurtteams

Oog voor het netwerk bij toekomstige buurtteams

Het belang van de inzet van en door het eigen netwerk bij ondersteuningsvragen zien we met z’n allen al langer in. Investeren in het (sociale) netwerk en in de eigen mogelijkheden van inwoners maakt mensen veelal sterker en in staat om (lichte) problemen zelf op te lossen. Dat voorkomt vaak dat mensen in een zwaarder traject terecht komen.

Deze aanpak sluit nauw aan bij de visie en de beoogde werkwijze van de toekomstige buurtteams. Verschillende methodieken helpen daarbij. Zijn er overeenkomsten? Wat zijn de gemeenschappelijke succesfactoren en werkzame principes?

In december vond een leercirkel plaats over de kracht van het inzetten van het (sociale) netwerk van inwoners. Experts van verschillende organisaties – Spirit, HvA, resource-methodiek Westerpark, Markant, INGEEST, Eigen kracht Conferentie en gemeente Amsterdam – bespraken zes verschillende methodieken. Ondanks de diversiteit van de methodieken zijn er generieke inzichten uit te halen. Deze richtlijnen vormen handvatten voor de professional om de beweging te maken van een individuele benadering, naar een meer collectief versterkende benadering.

De belangrijkste opbrengsten:

  • Sensitiviteit van alle partijen voor de context: het netwerk was er al (ook als het tijdelijk minder functioneert) en zal er altijd blijven.
  • De professional heeft een tijdelijke aanvullende rol.
  • Het netwerk is een warme, intrinsiek gemotiveerde bron van kansen (voor het vinden van werk bijvoorbeeld).
  • Het netwerk is altijd nabij en kent verschillende bronnen: familie, vrienden, buren, ervaringsdeskundigen, etc.
  • Dit betekent een ander startpunt en een ander paradigma dan bij de klassiek hiërarchische benadering voor zowel de hulpvrager, zijn netwerk en de hulpverlener.
  • De hulpverlener begint niet vanuit het hart of het eigen systeem, maar meer van een afstand, op de handen zittend, met de vraag: Wie zijn of kunnen hier betrokken worden?
  • Wat wil iemand bijdragen? Ook vanuit de wederkerigheid: Wat wil de cliënt aan wie bijdragen? Welke impulsen leven er bij aller betrokkenen?
  • De cliënt heeft bij voorkeur de regisserende rol.
  • Ook als dat leidt tot, vanuit het oordeel van de hulpverlener, minder gewenste netwerkleden.

Lees meer over de methodieken en opbrengsten